Verhuizen!

Vandaag werk ik een dagdienst. Ik probeer dat bewust geregeld te doen om er goed in te blijven. 

Overdag is het werken toch anders dan ‘s avonds en ’s nachts.  

En ik vind het ook heel leuk. Ik leer weer en ik zie weer andere collega's. Het bevalt me wel!

Ik breng het ontbijt bij een bewoner die al vanaf het begin in Salem woont.  Zodoende ken ik hem ook al heel lang. Bewust praat ik niet al te druk tegen bewoners ’s morgens vroeg. Ik moet er zelf niet aan denken als ik net wakker ben. Sommigen zijn direct klaarwakker, anderen moeten nog even opstarten. Dat geeft niet. Het is fijn als je dat weet van elkaar. 

 

Maar ‘mijn’ bewoner heeft er zin in. Ik krijg gelijk een heleboel vragen: ‘Heb jij zin in de verhuizing?’

Even blijf ik stil, ik denk even na. ‘Jij dan?’ vraag ik eerst. Hij wel. Hij vertelt over hoe hij zijn kamer in gaat richten, waar hij het liefst wil wonen enz.  

‘Maar jij dan?’ vraagt hij nogmaals.

Eerlijk zeg ik: ‘Ja, ik heb er reuzeveel zin in, maar ik vind het best een beetje spannend. Hoe zal het allemaal gaan? Wat verandert er? Blijven 'mijn' bewoners 'mijn' bewoners? Ik vind het echt superfijn dat we een nieuw gebouw krijgen. En weet je, alles moet wennen. 

Het is ook mooi om dit met elkaar mee te mogen maken.’

Hij beaamt het. Hij kan niet wachten, laat hij me weten.

 

Thuis denk ik er nog even over na. En eerlijk is eerlijk. Het is toch ook spannend? Als je jong bent is zo'n grote verandering denk ik makkelijker dan als je ouder bent. Maar toch: het is geweldig dat we zo'n mooi gebouw krijgen. En hoe het allemaal zal gaan weet niemand. Maar één ding weet ik wel: de zorg die we als collega's nu aan onze bewoners geven gaat straks onverminderd verder. 

We blijven ons nu, maar ook straks, optimaal inzetten voor goede en liefdevolle zorg.  

Dat weet ik zeker!

 

De volgende dag fiets ik met de kinderen naar school. Er staat een huis te koop van een jong gezin. Eén van de kinderen vraagt: ‘Gaan die mensen ook verhuizen naar Salem?’ Ik glimlach en zeg: ‘Ik hoop het niet, deze mensen zijn nog heel jong hè. En niet ziek.’

Ze knikt: ‘ Ja, dat is waar.’ 

‘Maar toch zou ik het best willen’, zegt ze. ‘En dan het liefst helemaal bovenin, in de toren. Dan kan ik lekker ver kijken’.

Inmiddels zijn we op school. Ik beloof haar plechtig dat als het eenmaal zover is dat ik met haar op de bovenste verdieping ga genieten van het uitzicht. 

 

Dus als je ons over een paar maanden ziet? Stoor ons niet en laat ons maar even genieten van het uitzicht :-)

365